PGB, ZIN, Wiz en Jeugdwet

In Nederland bent u door de Wet langdurige zorg (Wiz) verzekerd voor zorg die u nodig heeft bij onder meer langdurige ziekte, handicap of ouderdom.
De zorg die u nodig heeft, kan op drie manieren aan u worden geleverd:

Persoonsgebonden Budget (PGB)

Met deze financiële regeling schakelt u zelf de zorg en hulp in die u nodig heeft. U ontvangt hiervoor een vooraf vastgesteld bedrag op basis van uw behoefte aan zorg. U bent dus vrij in de keuze wie u verzorgt/verpleegt en wanneer. U bent ook zelf verantwoordelijk voor de juiste besteding van het toegekende bedrag aan noodzakelijke hulp.

Zorg In Natura (ZIN)

Zorg door reguliere zorginstellingen geleverd waarbij u de financiering niet zelf hoeft te regelen.

Niet alles

Met een PGB kan veel, maar niet alles. Wat mogelijk is hangt af van de hoogte van het toegekende budget en wat binnen de PGB-regeling is toegestaan. U kunt met het PGB alle vormen van hulp en begeleiding inkopen die binnen de zes genoemde zorgfuncties vallen.

Met een PGB mag u geen geneeskundige behandeling of therapie betalen. Ook permanent verblijf in een instelling kunt u niet met een PGB financieren.

Geen inkomen

Het persoonsgebonden budget is voor u als budgethouder geen inkomen. Het PGB heeft dus geen invloed op andere regelingen, zoals huurtoeslag of uitkeringen. Voor de mensen die u inhuurt is het geld dat zij verdienen uiteraard wel inkomen.

Betaalt u gezinsleden voor de hulp die zij bieden, dan telt dat voor hen wel als inkomen. Daardoor gaat uw gezinsinkomen omhoog. Dat kan gevolgen hebben voor andere regelingen en voorzieningen, als daarvoor wettelijke inkomensgrenzen of eigen bijdragen gelden.

Als budgethouder bent u opdrachtgever van uw zorgverlener, of zelfs werkgever. Dat brengt verantwoordelijkheden met zich mee. U moet er bijvoorbeeld voor zorgen dat u uw zorgverlener op tijd betaalt, en dat u loonbelasting en sociale premies afdraagt.

PGB administratie

Het voeren van de administratie van het PGB vergt veel tijd. Bovendien zijn de regels behoorlijk complex. Bij de verantwoording van het budget worden geen fouten door het zorgkantoor geaccepteerd. In het ernstigste geval kunt u uw budget door gemaakte fouten verliezen.

Wiz functies

  1. huishoudelijke verzorging
  2. persoonlijke verzorging
  3. verpleging
  4. begeleiding 
  5. behandeling
  6. verblijf

De aanspraken zijn bewust in functies omschreven en niet gedetailleerd in producten. Zo kan de cliënt de zorg afgestemd op zijn situatie invullen en wordt frequent her indiceren voorkomen.

Meer dan zorg alleen

Die afstemming komt voort uit het idee de vraag van de cliënt centraal te stellen. Het is daarbij niet de bedoeling welzijn, wonen, en vervoer als gevolg van de AWBZ op te nemen.

Wij kunnen voorzien in

  • persoonlijke verzorging
  • verpleging
  • Wiz- begeleiding
  • verblijf

Zorg aanvragen?

Het CIZ verzorgt de indicatiestelling voor mensen met een verstandelijke en lichamelijke beperking.

Het bureau Jeugdzorg

zorgt voor de indicatiestelling voor jeugdigen (jonger dan 18 jaar) met een psychatrische aandoening.

Postadres: Postbus 353, 8000 AJ Zwolle
Telefoon: 0900-7424636

Website van het Zorgkantoor 

Voor alle vragen bij één loket

Op dit moment zijn er nog teveel verschillende regels voor verschillende voorzieningen voor bijvoorbeeld mensen met een beperking en ouderen. Met de Wmo kunnen gemeenten al die regelingen bij één loket onderbrengen. Mensen kunnen er terecht voor informatie, advies en het aanvragen van hulpmiddelen en voorzieningen.

Meedoen aan de samenleving

De Participatiewet heeft als doel dat iedereen kan deelnemen aan de samenleving. Maar meedoen is niet voor iedereen even vanzelfsprekend. Ouderdom, handicap, sociaal-economische klasse of ‘moeilijkheden thuis’ kunnen hindernissen opwerpen om volop in de maatschappij te participeren. De Participatiewet wil mensen in staat stellen om mee te doen. Zodat mensen zichzelf beter kunnen redden.

De gemeente is verantwoordelijk

De gemeente wordt met de verantwoordelijk voor de maatschappelijke ondersteuning. De gemeente moet er voor zorgen dat iedere burger volwaardig kan deelnemen aan de maatschappij. Daarbij mogen ouderen en mensen met een beperking geen drempels ervaren. Elke gemeente mag zelf bepalen hoe ze de maatschappelijke ondersteuning organiseert. De gemeente kan de dienstverlening beter aanpassen op iemands persoonlijke omstandigheden. De gemeente heeft immers beter zicht op de plaatselijke situatie dan de rijksoverheid. De gemeente weet welke organisaties ingeschakeld kunnen worden en aan welke voorzieningen burgers behoefte hebben.

Verschillen tussen gemeenten

Er komen onvermijdelijk verschillen tussen gemeenten. Elke gemeente biedt immers maatwerk, afgestemd op de behoeften en mogelijkheden van haar burgers. Volgens het kabinet kunnen juist die verschillen gemeenten scherp houden. Als duidelijk is dat een buurgemeente betere voorzieningen biedt, kan iemand met dat gegeven naar zijn eigen gemeentebestuur stappen en om verbetering vragen.

Inspraak burgers en cliëntenorganisaties

Gemeenten gaan burgers en cliëntenorganisaties betrekken in hun plannen voor de Wmo. De gemeente maakt elke vier jaar een plan over hoe ze de maatschappelijke ondersteuning organiseert. De gemeente is verplicht om haar inwoners te betrekken bij het opstellen van het plan.

Als burgers het niet eens zijn met de manier waarop hun gemeente de Wmo uitvoert, kunnen ze de gemeenteraad vragen de wethouder ter verantwoording te roepen.

Vrijwilligersbeleid en mantelzorg

Vrijwilligers en mantelzorgers spelen een belangrijke rol in de Wmo. Het kabinet wil de vrijwillige inzet en informele zorg beter verankeren in de Nederlandse samenleving. De nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) geeft vrijwilligerswerk en mantelzorg voor het eerst een wettelijke basis. Met de Wmo kunnen gemeenten mantelzorgers of vrijwilligers beter en gerichter ondersteunen.

Om de vrijwillige inzet op peil te houden schenkt de regering de komende jaren extra aandacht aan het weghalen van belemmeringen in wet- en regelgeving, het verbeteren van ondersteuning voor mantelzorgers en het werven van nieuwe vrijwilligers, vooral onder jongeren en allochtonen. Ook komen er landelijke kenniscentra om deskundigheid over mantelzorg en vrijwilligersbeleid te bevorderen.